De tweede jeugd

Titel
De tweede jeugd

Jaar
1939

Overig
roman

Pagina's
255



hart is gebakken? Een man, dien ik nog nooit heb gezien...

Trees kijkt nu werkelijk kwaad. Waarom is hij zoo prikkelbaar? Wat kan hem die Bonger schelen? En hij wil toch ook geen onvrede hebben en ze heeft gelijk, want de man heeft nooit ook maar het geringste blijk van toenadering getoond. Daarom zegt hij haar, dat hij wat vermoeid is, vanwege het plotselinge uitvallen van zijn collega en dat hij toch in ieder geval dag in dag uit met hem samenwerkt, wat een zekere band doet ontstaan. En Bonger is een ongelukkig mensch, zwaarmoedig. Het schijnt nu wel heel erg met hem te zijn en daarom moest er een zenuwarts worden bijgehaald.

— Is het iets voor Fie? informeert Trees.

Dat geeft Van Swieten een steek, want hij heeft zijn mooie en scherpzinnige schoonzuster dikwijls met leede oogen aangekeken. Zij was nauwelijks meer dan een kind, toen hij Trees leerde kennen. Maar gedane zaken nemen geen keer...

— Jakkes, zegt hij, hoe kun je daaraan denken! Ik hoop niet, dat ’t noodig is...

— Da’s ook wat! Het zou toch kunnen zijn, dat Bonger een verpleegster noodig heeft. Waarom zou Fietje dat niet kunnen doen?

— Ja, dat is wel waar. Maar ik vind ’t naar om zoo’n ernstig geval met geldver dienen te combineer en...

Ze zucht. Vanavond is er geen land met hem te bezeilen. Ze meent wel meer te hebben gemerkt, dat hem aan dien Bonger iets is gelegen. Maar het liet haar koud en ’t laat haar nog koud.

Ja, zegt hij een half uurtje later, terwijl hij peinzend den

30

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.