De tweede jeugd

Titel
De tweede jeugd

Jaar
1939

Overig
roman

Pagina's
255



U dan dr. De Groot op, den zenuwarts. Hii is een jonge vent, een neef van mijn vrouw, en een heel bij-de-hande baas.

— ’t Zal gebeuren, meneer Vink!

Dan gaan ze over tot de onderwerpen van het oogenblik. Van Swieten voelt zich verheugd met deze opdracht. Zoo zal hij, zij het indirect, invloed op Bonger kunnen oefenen. Hoe graag zou hij het geheim zelf ontsluieren! En bovendien, Bon-gers kortaangebondenheid ten spijt, voelt Van Swieten werkelijk sympathie voor hem. Hij heeft getracht deze sympathie te verklaren, maar het niet verder dan een vermoeden gebracht. Er is in Bongers duistere karakter een tendenz, die met iets in hemzelf moet correspondeeren.

Thuis snelt Kareltje, zijn zevenjarig zoontje, hem tegemoet. Hij kan niet aan dit kind denken zonder Z’ch ontroerd te voelen. Een zeer begaafd baasje, met muzikalen en picturalen aanleg, die den naam van zijn geslacht misschien nog eens beroemd zal maken.

— Dag, fijne man, niet zoo wild! Vader mag z’n jas toch wel even uitdoen?

— Ja, vader, maar ik wou je zoo graag die nieuwe étude voorspelen.

Daar is ook Trees, zijn vrouw, knap en vriendelijk van ui terlijk, maar iets te koel naar zijn zin. En dan is daar nog Annie, het tweejarige dochtertje, dat als een roos in haar bedje ligt te slapen.

— Kom nou maar mee naar binnen, vader!

— Ssst! maak Annie niet wakker! Ik kom al.

Hij zit in zijn fauteuil met zijn beenen over elkaar geslagen

27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.