zij verklaart van hem te houden? Ze heeft hem even vaak be-fleemd als afgemaakt en dat vond hij uitstekend. Liefde, liefde... schei uit, alsjeblieft! Laat me met rust, laat me alleen, heelemaal alleen...
— Toe nou, Fannie, zegt hij eindelijk is het nou nog niet afgeloopen? Als je zooveel om me geeft, moet je dat niet doen, want daar word ik niet beter van.
Ze richt zich op en kijkt hem aan met haar behuilde oogen.
— Je hebt gelijk, zegt ze, daar word je niet beter van. En dat is hard noodig, want er is een steek aan je los. Dat kan jij ook niet helpen, stakker. Ik zal het je niet meer lastig maken, want ik hinder je toch maar...
— Nu wel, ja, nu heb je me gehinderd. Waarom wil je me ook ongelukkig maken met je liefde? Ik kan er niet tegen en daarom heb ik er misschien nooit aan willen gelooven. Nu is alles bedorven, hopeloos bedorven, kind... Ga je maar gauw wasschen, want je ziet er ontoonbaar uit.
Dit is het beste: kalm blijven, want het leven wordt er niet gemakkelijker op. Dat vriendinnetje mag hij ook niet houden. Zij wil hem liefhebben, positief liefhebben. Alsof zooiets met een gestorvene mogelijk is... O nee, die gestorvenheid is een uitvlucht. Er moet meer aan vastzitten, maar moet hij zich dan werkelijk nog verder af tobben?
Zoo mag ik je zien, Fannie. In volle actie om je te verfraaien. Kijk maar niet naar me om, er is toch niets meer met me te beginnen. Het is jammer, maar je zal je wel troosten, daar ben ik niet bang voor. Voor mij is het veel, veel erger. Mijn leven wordt hoe langer hoe nauwer, ik verdwijn als een
23