De tweede jeugd

Titel
De tweede jeugd

Jaar
1939

Overig
roman

Pagina's
255



— Nee, heusch niet, er is niets met me aan de hand. Het is alweer goed...

— Sta me nou niet langer te bedonderen. Als je niet onmiddellijk naar den dokter gaat, ga ik naar boven. Dan zal ik Vink even op de hoogte stellen...

— Hou toch op! Ik ben kerngezond. Er mankeert me niks.

— Da’s waar ook! Daarom vraagt iedereen of je soms met een kwaal onder je leden loopt! Maar ik weet het beter. Je bent getroebleerd of in ieder geval een stuk in die richting. Als jij daar zoo’n plezier in hebt, dan moet je dat zelf weten, maar ik zal zorgen, dat je hier vandaan gaat.

Hij heeft Bonger nog steeds vast, hoewel deze zwakke pogingen doet om los te komen.

— Dus je wil me broodeloos maken..., stamelt hij. Wat doe ik je toch? Wat heb je toch voor last van me?

— Ga nou eens even rustig zitten — en Van Swieten duwt hem als een kind in een stoel. — Als je je nü niet onder behandeling stelt, zal het niet zoo heel lang duren of je moet hier toch vandaan. Misschien begrijp je dat niet of wil je het niet begrijpen, maar ik zeg je, dat het zoo is. Je hebt dus te kiezen: öf ik ga naar de directie, öf je doet het zelf.

— Maar wat moet ik dan zeggen? Ik ben toch niet ziek?

— Ziek? Laten we niet over een woord strijden. In ieder geval heb je rust noodig. Je maakt dus een doodeenvoudig praatje. Dat je je niet prettig voelt, overspannen, en dat je een dokter gaat raadplegen. Eenvoudig of niet?

— Eenvoudig? Eenvoudig? Wat wil dat nou zeggen? Het is een leugen!


15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.