DAAR IS DE DAG
Daar is de dag.
Water, vuur en lucht ontwaken.
De aarde schermt met neteldoek haar ogen af.
Van kim tot kim
rekt zich het voetspoor van de zon. Er vonken edelstenen op de blinde huid der zee.
Grondwater fluistert onder de bomen; tot in hun kruinen spat geritsel op.
De ruimte raakt buiten zichzelve, een onbegrensde nacht van licht.
5»