GEZIN
Kamerwarmte. Ramen op de hemel. Mensen in de luister van hun kracht gezeteld/ met ogen en armen vol spanning en een mond waarop het waas der schepping bleef bewaard.
De kinderen komen op hun stemmen omhoog in het gehoor. De dag beweegt tot in zijn schaduwloze gronden.
De wind staat stil. Een brug van licht welft zich van aangezicht tot aangezicht.
50