STEMMEN
Ik hoor het heldere, kristal dat in het licht tot klank ontwaakt, stemmen van stervelingen. Ik tril tot in mijn vingertoppen mee met de beweging die haar golf opstoot dwars door de hemelhoge stilte.
Diep in mijn oren volg ik het geluid tot aan zijn bron: een kern die beven gaat en zwelt en schudt zich open in de ruimte, en juicht en snikt zijn einde tegemoet: het knappen van een glas, een witte vonk die wegzinkt in de nacht.
44