NOODSIGNALEN
Het lichtbloed springt uit het lichaam der aarde. De hemel snelt omhoog; de afgrond stoot zijn horens uit de kimmen en verliest zich aan een bovenwerelds donker.
Grassen, bomen, vogels rekken wortels voorbij de sneeuwgrens van de stilte.
Zij sterven met hun hoofden in het vuur.
Mensen kruipen in de witte kloven.
Zij weren het heelal niet uit hun ogen.
Zij kleven met hijgende leden de lichtgrond aan, Hun benen slaan noodsignalen in een lucht die uitgedund is tot een zucht.
42