VROUWENLEVEN
Een kamer in de avond. Levend mensenlicht houdt er zijn spanning staande. Aan de ruit leunt stilte met een voorhoofd van bazalt.
Een vrouw, zij heeft haar jaren in de hand.
Iedere morgen vindt haar blik de zin van haar geschapenheid terug in de ontwakende figuren op kamerwanden en gordijnen.
Iedere avond stelt zij in de holte van de verlopen dag haar eigen leven als lichtbron.
Tussen geheimen, angsten, voortslepende vleugels van wind en schemer, houdt haar mond zijn stem vast en een glimlach waar de tijd zijn onvergankelijkheid in belijdt.
33