FRONTGEBIED
Spervuur van het verdriet.
Miljoenen ogen schieten vonken in mijn huid; miljoenenvoud loopt een geluid zich in mijn oorgewelf te niet.
Wild ren ik voor de doden uit.
Over mijn lichaam schuift het frontgebied nachtwaarts. Elke ster die openschiet waaiert dezelfde vonkenregen uit.
Mijn benen scheuren wonden in het blinde onderhout van de duisternis. Ik val schreeuwend voorover in het vuur.
Ik voel hoe zich de wateren ontbinden en door mijn lichaam stromen. Uur na uur verspreiden zij hun stem in het heelal.
9