Bloemc is een zakenvrouw, dat kun je merken als er zooiets te doen is in de klas, ,n cadeautje koopen of iets dergelijks. Dan neemt zij vanzelf de leiding.
Laatst ook, toen dat stelletje meisjes, namens de klas, Naatje in het ziekenhuis heeft bezocht, (Ja, want ik zal het U maar zeggen: Naatje is er toch niet aan kunnen ontkomen; evenmin als later aan het sanato-rium, en in het ziekenhuis hebben de meisjes haar bezocht, en de druiven van den meester en de klas waren veel grooter en mooier dan alle andere druiven, net als de dadels van Hassan, waar Multatuli immers ook van vertelt dat zij drie maal grooter waren dan ze waren!) Maar het was Bloeme die ze toen gezegd heeft, hoe ze het geld zoo goed mogelijk besteden moesten en ze is in de tram en het ziekenhuis opge-treden of het haar dagelijksch werk was.
n Ander voelt zich dan onzeker en verlegen, maar voor een zakenvrouw is zoo iets *n kleinigheid״
En toch, diezelfde Bloeme, die zoo'n praats heeft, weet je hoe die van binnen is? Die heeft ״zóó n grooten mond, en zóó’n klein hartje"...
Moet je maar eens hooren, dien dag van het sana-torium.
Op een morgen, de moeder van Naatje aan school.
״Och, m*n kind was zoo blij met den brief van de klas, maar als de meisjes d*r nou nog es ״n plezier zouen willen doen. Ze wil nog zoo graag es iemand zien, ze is toch altijd goed met iedereen geweest"...
Goed, de meisjes gingen, met de Gooische tram. Ting, ting, ting. Dan kom je in een heel ander land ...
Fijn ruikt het daar, en allemaal bosschen, en die groote, stille heide, waar je van zingen kan...
En in het sanatorium. Och, dr lagen dr zoo heel veel, en Naatje zoo wonderlijk daartusschen, met
81