gelen, dat is een groote stad, dat is.. , Amsterdam! Reeds remde de trein.
Zijn jullie klaar?
Niemand iets vergeten?
In het avondlijk verlichte station stonden de moe-ders, of ze d’r niet vandaan waren geweest ,..
Zingende, op ״t laatste oogenblik weer kwiek en frisch en vief, — kwam de klas binnen,
״Daar zijn we!” De coupé's werden opengegooid, ״Voorzichtig kinderen, wachten tot-ie stilstaat,״ Goddank, dacht de meester, die heb ik allemaal weer in goeden toestand afgeleverd, — Want dat is nog de grootste zorg, die zoon heelen dag op een meester drukt (en daar denkt mijnheer Droogstoppel ook niet aan, als hij hem zijn ״vacantiedag״ benijdt!): wat kan er op zoo’n reis niet allemaal gebeuren met andermans kinderen, die je onder je hoede hebt, en waar je toch maar verantwoordelijk voor bent,,. !
Het was een warm-toegestopt, slaperig, in-gelukkig pakje kind, dat de moeder van Naatje in ontvangst had te nemen *.,
De meisjes stoven naar haar toe,
״Juffrouw de jongens hebben d״r gedragen."
״Ze hêt ,n heele bal gehak opgegeten.״
״Ze is niks moei hoor, we hebben goed op d'r ge-past.״
Ja ... ja... ja ... de vrouw geloofde het wel, dat het beste brave kinders waren, en een beste meester; dat haar meisje het goed had gehad.
Haar oogen knipperden van ״t vocht, en haar lippen beefden, toen ze het, schor, eruit bracht: ״God zal ,t u loonen, meester ״/ .״
66