DE GESTOORDE LEESLES״ En dat het getemd werd, dat was noodzakelijk, niet alleen voor de klas en den meester, — opdat zij elkander niet ongelukkig zouden maken! — maar ook voor het contact van den meester met de rest van de wereld״ Want er is ook nog een school, er zijn ouders en autoriteiten en collega#s, — om van wat buiten de school valt niet te spreken!
Ja, het paard moet getemd worden, en wat een zegen als men op een gegeven oogenblik kan zeggen: het paard is nu wel zoo ongeveer, — gezien de feiten, — getemd!
Wat ik nu ga vertellen van dien driftigen meester, dat valt misschien wat uit de chronologische volgorde ״ ״ ״ ik weet het niet zoo recht ״ ״ ״ Maar wie verwacht er ook een zuiver chronologische volgorde in zoo iets vaags als de herinneringen eener lamp?
Het was dan in de school van den patriarch met den baard, den heerlijken, lieven, strengen, gemoedelijken, vromen en hartelijken ouden man, die zoo decoratief en Rembrandtiek deed in de schoolpoort, zoo repre-sentatief ook was voor het gezag en de waardigheid der school, en zoo onbewust-demonstratief als het erop aankwam, zich binnen de school te doen gelden״
Hij meende het zoo best, — en hij deed zoo dikwijls, met zijn gebruiken, die dateerden uit den tijd dat de ״ondermeesters״ nog maar ״hulpjes1״ heetten, den jon־ gen, op dat punt zoo gevoeligen onderwijzers pijn, zon-der het te willen, of ook maar te vermoeden ״.,
Dan moet er, van den kant der jongeren, wel een groote mate van liefdevollen eerbied, van verlangen om te ontzien, om zich niet gekwetst te toonen, dan moet er daar wel een sterke wil-tot-zelfbeheersching zijn, zal het niet tot botsingen komen״
En die was er ook wel; die was er tenminste ruim-schoots bij dien jongen meester, wiens bloed zoo heet
164