voor dat front en toevallig was de klas waar hij zou lesgeven als een extra ongezeggelijke bekend״ Daar was het hoofd wel ,n beetje verlegen mee, en hij had ook zijn uiterste best gedaan om een andere regeling te treffen, maar er was geen andere oplossing mogelijk geweest, en de nieuweling had het hem gemakkelijk gemaakt door te zeggen dat hij er geen bezwaar in zag״ Inderdaad, hij had het in de dagklasse zoo netjes klaargespeeld, dat hij niet begrijpen kon dat het op de avondschool niet lukken zou״
Maar toen hij dien avond zijn schreden erheen richtte, was hij toch wel wat bezorgd״ Hij zou daar voor een klas jonge kerels komen te staan, waarvan sommigen ouder waren dan hij״ Als die eens niet goed wilden, wat moest men doen? Maar hij vertrouwde op zijn goed gesternte, en zoo ergens, dan is in de paeda-gogiek zelfvertrouwen het halve werk״
Gewoonlijk tracht men zich, als men in spanning verkeert, een voorstelling te maken van de dingen die komen zullen. Het zal zus zijn, — denkt men, — of het zal zóó zijn. En gewoonlijk is er dan nog een derde mogelijkheid, waar wij niet op gerekend hebben, en die al onze plannen in de war stuurt ״ ״ ״
De jonge onderwijzer meende op alles voorbereid te zijn: de klas was misschien wel goed, maar werd alleen oproerig bij slechte behandeling, — dan zou hij den juisten vriendelijken toon onmiddellijk weten te tref-fen; of de klas was uit haar aard werkelijk lastig, — en dan wist hij precies hoe flink en hoe tactvol hij ze aan moest pakken.
Maar toen hij de deur van het lokaal opendeed ״ .״ toen was er heelemaal geen klas!
Hij stond in een leeg lokaal. Hij keek over leege banken ״ ״ ״ En toch wist hij dat hij de goede deur was
158