En hij neemt het rekenboek, en smijt het in den hoek. En hij neemt het schrift, en smijt het naar het reken-boek. En hij neemt den inktkoker, en smijt hem erbij. En dan, nog niet tevreden, gaat hij er bovenop staan dansen...
״Daar.... daar....! Ellendig boek!
,,Daar.♦., daar I
..... Ellendig boek!
Dansen zal ik op je!״״
Dan gaat hij stilletjes zitten hui-Ien.
Ja, en toen was er niets aan te doen. Het boek moest weer opge-raapt en gereinigd worden, en ook de grond, dat de kost juffrouw ten-minste niets zou merken ...
En het werk moest toch weer op-genomen worden, en afgemaakt. Er moest door den zuren appel gebe-ten, de jongen moest zichzelf aan-pakken en nog secuurder werken, en toen kwam de som natuurlijk uit, en nog vele na deze... Want A = A, en aan die formule gehoorzaamt een som net zoo goed als een Kos-mos, en als je die maar goed toe-past, dan ben je de baas!
Maar o, wat heeft de lamp het dien avond moeten kunnen ...
JEUGDGENOEGENS, ״DEN BLEEKEN”, EN DE DIRECTEUR, Ja, werken was de boodschap, want ze geven je zoon acte nu eenmaal niet cadeau. En o, wat was het moeilijk, zoo op eigen beenen te staan, en met die uitlokkende natuur om je heen, de open
149