betalen wij onze reizigers slecht, — immers dikwijls met niet dan verachting, — wij zouden ze toch voor den bloei onzer zaak niet kunnen missen. Wij zijn mis-schien zooals de krant die hare reporters uitzendt, — maar zeker ook zooals de juffrouw van drie-hoog-ach-ter, die begeerig de ״gemengde berichten'״ leest, .... wat zou haar leven zijn daar zonder?
En niet alleen het individu, ook de maatschappij heeft haar uitersten noodig. Ook die golfzee van stroo-mingen verlangt en kent hare ״upsM en ״downs״; zij moest indertijd hare nihilisten hebben en de zorgvolle vl uitdenkers van haar phalanstères; zij wil hare vernie-Iers en haar opbouwers. De ontkenning is evenzoo noo- 1 dig als het positieve element,
In het land, dat daar van de zee omsloten ligt, spreek men van ״Hare Majesteits Oppositie״, daar-mee de noodzakelijkheid dier instelling erkennende.
Maar in het land, dat geen grenzen heeft, bestaat een Oppositie die erkend wordt en opgenomen in het stel-sel van een nog oneindig veel grooter Majesteit,. ״
Zoo hebben wij dan ook de bolsjewisten noodig; wij kunnen ze niet missen. Zij vormen het schroeiend felle rood in den wemelenden menschenchaos. Wij zouden niet graag onze heele maatschappij met zoo'n schavot-kleurtje overtogen zien; maar in het rijke gamma be-hoort ook die toon; op het bonte, kleurige palet mag dit verfje niet ontbreken.
Zie, zoo redeneeren u en ik met elkaar, en geven onze meening ten beste, evenals de slagersknechts bij het standje. Maar Gerrie staat kalm te midden van zijn scherven. Hij heeft weer ״maling״ aan den heelen boel; aan u en mij, aan al dat oude, hem zoo antipathieke menschengedoe, dat hij van vroeger nog kent en dat thans ״kapitalisme״ heet. — Misschien heeft hij gelijk!
137