En zoo staan de kinderen dan bij elkaar en bespre-ken het laatste nieuws.
״De meester trouwen? Dat bestaat toch niet?״
״Zoo, waarom niet? Dat kan best bestaan!״
Inderdaad, de mogelijkheid valt niet te ontkennen. Dat is een leelijk ding. Trouwen? De klas is er maar half mee tevreden.., Zij kan er de noodzaak niet van inzien, Alles was immers goed zooals ״t was! Waarom haalt hun onberekenbare meester nu ineens zooiets in zijn hoofd , ״ ״ ?
Het voor en tegen wordt overwogen. Maar ten slotte, wie heeft dat nieuwe personage dat hen zoo veront-rust, eigenlijk gezien? Misschien is ,t wel heelemaal niet waar! *t Kan wel n praatje zijn!
״Zoo, moet me vader 't niet zelf gelezen hebben, in de krant!״
De krant is een groote autoriteit; als *t in de krant staat zal *t ook wel zoo zijn. De klas zal moeten wen-nen aan ,t idee. Toch raar. Net of de meester dan niet heelemaal van hen meer is. Wat heeft zoon vreemd mensch met hun meester uit te staan!
Maar ja, aan den anderen kant: als alle meesters-van-school een vrouw hebben, dan doen zij het ook niet minder! Dan mag hun meester er net zoo goed een hebben. Wat verbeelden die anderen zich wel. Zeker omdat zij de oudsten zijn. Want ja, dat zal ,t wezen: hun meester is nog jong, misschien wel de jongste, en daarom is hij de eenige die nog geen vrouw heeft.
Voor *t eerst wordt de meester op zijn leeftijd ge-taxeerd, want tot nu toe had niemand nog ooit aan den leeftijd van den meester gedacht! En de meisjes besluiten, dat hij ondanks zijn baard, toch nog niet zoo héél erg oud kan wezen: misschien nog geeneens dertig of vijftig ...
En als hij nou eens tachtig was en hij had dan nèg geen vrouw: wie zou dan op zijn ouwen dag voor hem
16