en de meester geeft hem een knipoog, en de kinderen zeggen: ״kijk 'm eens lachen: die het effen zijn draai!״'
En Daveke knijpt zijn oogjes bijna heelemaal dicht: zijn ooren krijgen bezoek van zijn mond en hij trekt een slim gezicht, of hij werelden van geheimen achter zijn glundere tronie verbergt, -,
Van de bibliotheekboeken weet Daveke ook wel wat hij uitkiest. Zoon fijn zeeboek, als Stuurman Flink, of zoo een van Mayne Reid, waar de Portugees de volle laag in krijgt en men nog net bijtijds de geboeide muiters in het vooronder kan werpen, om dan met een vetten buit en gereefde zeilen zóó vlak voor den storm met een vaart van 20 knoopen in 't uur naar een van Hare Majesteits havens te snellen, waar recht gedaan zal worden en men in vrede het meisje kan trouwen dat uit de macht van den snooden kaperkaptein ver-lost is ..,
Ja, en daarvan gesproken: zal ik je eens wat ver-tellen? Daveke heeft ook 'n meisje! Niet zoo heel erg, zie je, zoon heel klein beetje maar... Enkel maar om er zoo *s avonds mee langs de kade te loopen en haar te vertellen van al die touwen en trossen en masten en pijpen, van al die plaatsen waar de schepen naar toe gaan en de rangen van ״t scheepsvolk en de kundes, die zij moeten hebben en de jaren die ״t duurt om dat te bereiken , ״,
En Marietje stelt ook wel belang in dat alles----
zoo״n heel klein beetje; maar eigenlijk stelt zij toch veel meer belang in het bleeke, bolle, goeiige gezicht van Daveke, waar de kleine oogjes zoo geestdriftig in kunnen schitteren, als hij vertelt en zij samen op de maat van het golve-klotsen langs de ducdalven loopen en de wind hen streelt over de jonge hoofden.
De meisjes op school praten zoo raar: dat je nooit met een zeeman moet trouwen, omdat het toch niks als narigheid geeft,.. Maar Marietje zegt: ״da״s de
113