heele wereld die er ook maar met een haar op zijn hoofd aan dacht, het kindje kwaad te doen...
Maar dat hinderde niet: het had toch kunnen zijn! En de gevoelsreactie was er niet minder gezond om.
Maar nu is mijn verhaal nog niet uit!
Ik heb u verteld dat dit alles in een vacantie ge-beurde.
Een vacantie duurt echter niet eeuwig, en zoo kwam er een dag, dat de meester goedschiks of kwaadschiks, daar hielp geen lieve moederen aan, weer naar school moest.
Alles moest hij overlaten. Hij kon geen meesterlijk en vaderlijk toezicht meer houden op het verloop van de buitengewoon belangwekkende ceremonie van het kinderbad, noch in ruste de diepzinnig-wonderlijke bewegingen dier jonge ledemaatjes en de ongearticu-leerde geluiden van dat kraaiende mondje bestudee-ren; de resultaten van de weegschaal zouden hem ach-teraf wel worden medegedeeld, (ja, u weet niet wat het zeggen wil, daar eenige uren op te moeten wach-ten!) en zijn baard (toen droegen de mannen nog een baard!) zou voor een groot deel van den dag als in-strument voor trek-oefeningen op nonactiviteit worden gesteld.
Hij was jaloersch op zijn vrouw. — Jij kunt maar den heelen dag er van genieten, maar ik moet weg...! —
Ja, wat was daar nu aan te doen?
Hij trok de deur achter zich dicht, en ging, clopin-clopan, met zijn ziel onder zijn arm, naar die klas kinderen, die hem totaal onverschillig was geworden.
Nog nooit was hij na een vacantie met zoo'n tegen-zin naar school gegaan. Ze moesten het hem niet lastig maken vanmorgen, anders zou hij ze eens... !
Die eerste morgen trouwens... U weet dat er een communis opinio is, die zegt dat de eerste schooldag
106