harten... ! En daar, plotseling, midden in hun ont-roering, begon de kerkestem te zingen... En in een dolle jubeling, een statig ontroerd galmen en klepelen, in een machtig bronzen gonzen deden de klokken de wereld kond, dat er een kindje geboren was... En het leek hun alsof de heele wereld mee moest zingen in het rythme van de klokken, dat het rythme was van hun eigen jubelende ziel...
De kleine woning was verzadigd van geluk, en er was een innige overeenstemming tusschen den wit-ten vrede buiten en de blijde vreugde binnen.
Maar in de twee menschen, die het beleefden, groeide een groote verbazing... Zij verwonderden zich over de geweldigheid van het gevoel, dat bezit van hen nam en naar dat nieuwe leven uitging ...
Want ik moet u een zonderlinge geschiedenis ver-tellen.
Het was een heele poos voor dat de groote gebeur-tenis plaats had. En de twee jonge menschen, die er-van vervuld waren en met minutieuze zorgvuldigheid en wetenschappelijken ernst al het noodige ervoor in orde brachten, spraken erover hoe zij voor dat wezentje zouden gevoelen. — Natuurlijk zouden zij ervan hou-den, dat spreekt vanzelf, iedereen houdt van zijn kin-deren.
Maar de meester hield toch een slag om den arm. Hij was er niet zoo zeker van, of er aan zoon klein kind in ,t begin wel veel aardigheid zou zijn...
״Ik zal er natuurlijk wel van houen״, sprak hij aar-zelend, ״als het wat ouder is, zie je? Als *t zoon jaar of twee, drie is ... Dan zijn ze op hun aardigst.. .״
״JaM, zei zijn vrouw, ״dan zul je er wel van hou-den .,. En ik?’1 vroeg ze peinzend ...
״Je moet rekenen״, verontschuldigde de meester
104