DE VEROVERING VAN HET IJS. 75
gewoon ijs, neen het was echt banketbakkersijs, ijs van den kok, uit room gemaakt en met de zwarte vanille-korreltjes er nog in! Maar Santje zou er niet van proeven, ze zou niet weten hoe dat ״echte” ijs smaakte .,.
Een lange gestalte naderde haar. Het was Sander, met zijn nog onaangeroerde portie ijs. Hij had het veroverd, en hij was er blij mee, want hij ook, hij had het nog nooit geproefd en hij had er den heelen avond op gevlast. Hij was juist besloten, met zijn portie ijs een rustig plaatsje op te zoeken, toen hij Santje zag. Santje, die daar stond met een verslagen gezicht...
״Waar is je ijs?” vroeg hij.
״Ik heb geen ijs gehad...”
״Hè ...?״
״Het was op," zei Santje somber. ״Ik kwam te laat...”
Hij had een oogenblik van grooten strijd met zichzelf. Het was hard, heel hard het te moeten afstaan.
Toen reikte hij het over. ״Hier," zei hij.
Santjes gezicht klaarde op. ״Maar jij dan?" zei ze. ״Jij lust het toch ook wel?"
״Ik... ke ... ? O, nee,” zei hij achteloos, met een on-verschillig gezicht: ״ik geef er heelemaal niet om ..."
״Dan is het goed,” zei Santje opgelucht. ״Dank je wel, hoor!”
Sander slenterde weg. Hij zou dan nog maar geduld hebben. Hij zou later in zijn leven nog weleens ijs proeven...
Maar Santje genoot. Zij ging met haar portie ijs naar een hoekje, zooals een poes met een eindje worst. Zij bekeek het, zij proefde het, zij lepelde ervan, zij ver-zonk in de zaligheid, het te laten smelten op de tong... Ze hield het glas in de hoogte, en bewoog het heen en weer, om haar ijs te zien bewegen; ze zag dat het smolt, en dronk gauw haastig het gesmoltene weg, om dan weer,