HET IS SANTJE TE GLAD. 69
״Nonsens,” zei Marix. ״Je valt niet: ik zal je wel vast-houden.” En hij trok haar mee. Santje dacht aan de berg-schoenen, waar zij van gehoord had, en zij wenschte zich op dat oogenblik zoo'n paar schoenen, met stevige spijkers eronder, om over den gladden vloer te komen. Maar op de een of andere manier kwam zij toch, zonder te vallen, vóór het bruidspaar, en voor de moeder en vader van de bruid, en de moeder en vader van den bruigom, en wie er nog verder méér te feliciteeren waren, en zij mompel-de Marix alles na, wat hij zei.
Juffrouw Smeegers had gezegd: je moet goed opletten wat de bruid aanheeft, dan kun je het me later vertellen. Zoo keek zij dan trouw, volgens afspraak, naar Bella's kleeren, en waarlijk: Bella zag er allerliefst uit! Zij had mooie, zachte satijn aan, en een sluier en oranjebloesems, en je kon wel altijd naar haar kijken, maar waarom zag zij zoo bedroefd? Zij zag eruit of zij gehuild had, en Santje begreep dat niet en het eerste wat zij aan haar moeder vroeg, toen zij die eindelijk ontdekt had, was: ״Heeft Bella gehuild? Is er wat gebeurd?”
״Neen,” zei Moeder, ״dat niet, maar dat hebben bruiden weleens meer. Op bruiloften wordt altijd gehuild. Je denkt dan aan alles, je gaat van je moeder en vader vandaan, en een nieuw leven tegemoet...”
Santje liep stil over dit alles na te denken. Ze was de bruiloft om zich heen even vergeten.
Zou Bella dat ook weleens hebben, dacht zij. Dat je zoo blij bent en ineens zoo ernstig, dat je er heelemaal stil van wordt en wel huilen kunt van geluk ... zou het dat misschien zijn met Bella?
En zij verlangde om naar haar toe te gaan en haar een zoen op haar hand te geven, haar heel vriendelijk in de oogen te kijken en iets hartelijks te zeggen.
Maar Bella leek zoo onbereikbaar vandaag, in haar