62 IN DE GOUDEN KLOK.
Ten einde raad, besloot zij de gevreesde Nettie te raad-plegen, want Moeder had zoo geen verstand van de nieuwe mode.
Nettie hoorde haar nauwelijks aan, en overstelpte haar met nieuws omtrent haar eigen garderobe.
״Rose,” zei ze, ״rose popeline. Je begrijpt hoe me dat staan zal. Het lijfje 'n beetje gedécolleteerd, want ik moet m'n pareltjes toch laten zien, en de rok bestaat uit drie strookjes, met valencienne-entredeux opgezet.”
״Ja maar, wat mijn jurk nu betreft...” zei Santje be-schroomd.
״Weet je dat ik twee-en-vijftig centimeter taille heb?” vroeg Nettie. ״En hoeveel heb jij?"
״Ik heb vier-en-zestig!”
״Maar kind, pers je je dan heelemaal niet?"
״Het doet zoo zeer, ik kan het niet uithouden...”
״O ja,” zei Nettie, ״wie chic wil zijn moet pijn lijden! Vier-en-zestig! Je zult een echte hobbezak zijn! Laat je toch raden en schaf een flink nauw corset aanl Wil je m’n onderrokken en m'n kousen en m'n balschoentjes eens zien?”
Bij Nettie was niet veel hulp te halen, dat begreep San-tje, en daarom hield ze krijgsraad met Nel.
״Kan je moeder het niet knippen?” vroeg Nel.
״M'n moeder is juist zoo bang voor knippen. Ze begrijpt niet hoe ik het durf, zegt ze, maar ik durf het ook niet!”
״Juffrouw Smeegers dan?”
״Dank je wel, dan kost het misschien geld!"
Het eind van 't lied was, dat Santje met hangende poot-jes aankwam bij Lena, de ״eerste taillewerkster", en een beroep deed op de hulpvaardigheid van deze achttienjarige schoone; want de tijd begon te dringen.
En waarlijk, ze had niet tevergeefs bij haar aangeklopt: Lena beloofde, de jurk voor haar te knippen, en te pas-sen bovendien.