WAAROM HET GOED IS, DAT ER VERLOVINGEN ZIJN. 59
hijschtoestel en een prachtigen wagen. Natuurlijk waren Santje en ook Sander te groot om daarmee te spelen, ze hielden alleen maar toezicht over Nannie en Sanders kleinere broertjes en zusjes, maar lang konden de twee grooten er toch niet afblijven: het was t e heerlijk, om die baaltjes op en af te hijschen, in den wagen te laden en ermee weg te rijden, en zij vergaten dan maar even, dat zij al zoo groot waren.
Nettie had nog een zuster, Bella, maar die was al heel oud, twintig, en men had er dus niet veel aan. Toch hiel-den de meisjes van Bella. Iedereen zei dat Nettie mooi was, en Bella gewoon, maar Santje kon dat niet begrijpen. Wat? Nettie, wie de ״kattigheid" op het gezicht lag, zou mooi zijn, en Bella met haar vriendelijke, zachte trekken, niet? Waar hadden de menschen dan hun oogen? Bella was juist de mooiste!
Maar er was 'n vervelend iets met Bella: zij was ver-loofd, en nu had je nog minder aan haar dan vroeger. De menschen zeiden dat haar verloofde een knappe jon-gen was, maar ook daarin kon Santje niet meegaan: hij had een rose gezicht en heel dun, blond krulhaar, en ,n gouden lorgnetje op, en was al oud, misschien wel dertig, en praatte altijd over vervelende dingen. Al wat jong was, jonger dan zijn meisje tenminste, scheen voor hem niet te bestaan. Santje vond het geen aanwinst voor de familie.
Op een keer was het jonge paar bij hen op visite ge-weest, en Moeder had haastig koekjes laten halen en gauw thee gezet. Bella's schoenen waren wat stoffig ge-weest, en toen was hij op den grond gaan zitten en had ze met zijn zakdoek afgestoft. Stel je voor: en Bella had toch zeker best naar de keuken kunnen gaan, en zelf den schoenborstel nemen?
Maar iets heerlijks was er nu toch wel, want dit was het geheim geweest van ooms en tantes bezoek, dat zoo