32 IN DE GOUDEN KLOK.
weg. ’n El blauw lint, en de koning, en de ko... Wat was zij dwaas geweest, o, wat had zij dwaas gedaan! En toch ... ja, heerlijk was het toch óók geweest!
Teruggekomen op het atelier, werd zij bestormd met vragen. Maar zij vertelde alleen maar van den ja-ja-hoed. Het andere hield zij zorgvuldig voor zich.
״Je moet bij juffrouw Emmy komen, in de paskamer,” zei Netje Bloembinder, die er juist vandaan kwam. Santje ging.
״Wel Santje,” zei de juffrouw, ״de vogeltjes hebben me zooiets verteld. Ben jij vandaag soms ook jarig, bij geval?”
״Ja juffrouw!” lachte Santje.
״Dan zou je misschien vanmiddag wel graag vrij wil-Ien hebben?"
״O ...,” zei Santje. Haar oogen werden zoo groot als tafelborden...
״Ga dan maar gauw!” zei de juffrouw.
Santje tuimelde haast naar huis ...! Vrij, 'n heelen mid-dag vrij, voor je verjaardag, en terwijl het feest was in de stad! Het was ongeloofelijk!