VAN TWEE OPHANGERS. 27
zij keurig in twee helften, en naaide haar lintjes precies op de juiste plaats met een mooi kruissteekje op. Het werd zóó aardig (en toch sterk, want een ophanger moet er sterk aanzitten, anders laat hij zóó los!) dat Santje, net als Tom Sawyer met zijn witten muur, telkens even moest ophouden om te zien hoe mooi het was en hoe het groen op het zwart afstak, 't Lijkt wel geborduurd, dacht zij. De rok werd naar het kamertje van de juffrouw ge-bracht.
Toen ging zij de spanen doos klaarzetten en haar muts en mantel aandoen. Zij vroeg Lena een staal voor de
kleur van het lint, dat zij koopen moest.
Maar opeens kwam juffrouw Emmy, de oudste en mach-tigste der meesteressen, plechtig binnen, en achter haar juffrouw Mientje.
״Lena,” vroeg juffrouw Emmy, ״wie heb je die ophan-gers aan dien rok laten zetten?”
Het hart zonk Santje in de schoenen. Het werd stil.
Lena beet op haar vingers. ״Tja...” zei ze verlegen. Ze
had het werk eigenlijk niet nagekeken...
״Zeg het maar gerust,” zei juffrouw Emmy.
״Santje heeft het gedaan.”
״Zoo. Nou dan wil ik je zeggen Santje (iedereen keek het verschrikte meisje aan. Nu zal er even wat komen! dacht ze), dan wil ik je zeggen, dat je dat keurig gedaan hebt en dat ik wou dat jullie altijd allemaal zoo naaiden. Kijk eens, meisjes!” De rok ging rond. Algemeene be-
wondering en verbazing was er over 't mooie stukje werk. Santje stond daar met een hooge kleur en wist zich van verlegenheid niet te bergen.
״Zou je dat gezegd hebben,” zei later juffrouw Emmy tegen haar zuster, ״dat dat kleine ding zoo keurig kon werken?" Ja, maar juffrouw Emmy kon ook niet weten, dat Santje haar verjaardag in de ophangers gewerkt had!