24 IN DE GOUDEN KLOK.
Santje schrok. Had ze maar niets ,gezegd. Haar Zondag-sche jurk. Die had ze niet. De oude was op, versleten, en een nieuwe? Er was zoo weinig geld in Vaders porte-monnaie ...
Nu was het een heel bedrukt gezicht dat over de stoof hing. Er was geen lach op te krijgen, zelfs niet toen tot aller opluchting de deur openging en Jannie Mijerhof, die als naar gewoonte te laat kwam, binnenstoof en zoodra ze het hoorde, Santje vroolijk gelukwenschte.
״Maar waarom zet je dan zoo’n begrafenisgezicht?'' vroeg de luchthartige Jannie. ״Fijn dat je jarig bent. Waar trakteer je op?"
Maar nu keek Santje nóg ongelukkiger. Trakteeren? Daar had ze niet om gedacht. Ze dacht aan de taartjes waar Miep laatst op getrakteerd had. Ze voelde hoe allen haar aankeken. Ze had lust om een deuntje te gaan huilen boven de stoof ...
Maar de meisjes waren er zelf mee verlegen. Miep Ruizekool heeft een hart van goud, al is ze weleens wat ruw in den mond.
״Nou,” zei Miep, ״waarom zou ze trakteeren? 'n Ver-jaardag is toch net zoo'n dag als 'n andere dag? En waar-om zou ze d'r Zondagsche jurk aantrekken, om 'm hier te bederven, tusschen dien naairommel?”
״Natuurlijk niet!” viel Netje Bloembinder bij. ״'n Ver-jaardag is eigenlijk heelemaal zoo'n onzin. Omdat je nu voor zóóveel jaar geboren bent, moet je daarom gaan feest-vieren en blij zijn? Wat is dat nou voor bizonders?”
Maar dit was het ergste dat zij had kunnen zeggen. Wat? 'n Verjaardag zou niets bizonders zijn? Haar ver-jaardag, haar heerlijke verjaardag! En ze zou niet eens blij mogen zijn? De tranen sprongen haar in de oogen...
״Kom," zeiden de meisjes, ״trek het je niet zoo erg aan!”