haar brooze charme, haar fijne élégan-tie, en toch met dat ongerepte nog, die verwondering als van een kind, om den halfgeopenden mond, dien droom in de oogen....
Toen had zij gedacht, n oogenblik, zij, de domme, oude tante.... Ze had heime-lijk gelachen en gefantaseerd en voort-gesponnen aan den droom....
Maar het gaat altijd anders in het leven dan je denkt. En het was zoo anders
gekomen ! Met hem werd het toen al
wonderlijk, hij ging eigen, vreemde we-gen, niet het gebaande weggetje dat de menschen al voor hem klaar hadden. Hij vervulde de verwachtingen niet.... En toen ineens, hoorde je dat het meisje verloofd was....! Ja, en n goede sjid-des1) was het ook, niet zóóveel op aan te merken, 'n beste jongen, en 'n prach-tige betrekking! Wat wil men meer? Oude tante, oude dwaze tante, die toen
1) n Goed huwelijk.
79