nog jonge tante was, slikte haar ver-wachtingen, haar romannetje in. Maar nu.... kijk, ze hadden elkaar niet willen zien. Ei, ei. Had ze dan toch gelijk ge-had? Er was een vraag in haar oogen, er beefde een glimlach om haar mond... ....En hetzelfde tooneeltje, —- o, die vroolijke, lichte, zonnige kamer! — het-zelfde maar dan van binnenuit geleefd, speelde zich ook af voor de oogen van het Engelsche vrouwtje. Zij zag zich-zelf zitten. Wat was haar jeugd, in dat uur, blij en hoopvol geweest, en trillend van verwachting....! Het was een uur, schitterend en kleurig, als een zeepbel, als een vlinder.... Je wordt niet moe er-naar te kijken.... Zij zag zichzelf zitten. Zij zag dat knappe gezicht tegenover zich, zij hoorde die stem, meesleepend, overtuigend, bekorend....
Maar als je denkt dat de mooiste uren nog komen, dan heb je het mooiste al gehad. Alles was zoo anders geworden, 80