— Het bestuur....! werd er gefluisterd. Het bestuur? Welk bestuur? Waarvan? De drie heeren zetteden plechtstatig hun hooge zijden hoeden van hunne hoofden, en er werd stilte en aandacht verzocht, en de voorzitter van het co-mité begon een rede. Hij vertelde den verbaasden feestgenooten, dat men het bruidspaar eer had willen aandoen, en zinspeelde op iemand in de familie, die niet verlangde genoemd te worden, maar die door een groote gave (ieder-een trachtte zich dadelijk al de kapitaal-krachtigen, die het zijn konden, voor den geest te roepen, maar een beschei-den man, die zich aldoor op den ach-tergrond had gehouden en bijna door niemand was opgemerkt, dook nog die-per weg in zijn stoel, en hij had de vol-doening dat geen enkele hem met onbe-scheiden of prijzende begrijpende blik-ken of woorden lastig viel,) door een groote gave aan een bekende vereeni-
51