Ja inderdaad, het was een rabbijn, het was rabbijn die-en-die, en hij trad bin-nen, omstuwd door het comité, in zijn waardigheid....
Oi, wat moest een rabbijn hier, waar״ om.... waarvoor.... wat had dat in? En de vrijdenkers onder hen (er waren er zoowat!) rimpelden ernstig hun voor-hoofden, zich afvragende of zij het met hun geweten konden overeenbrengen, een dergelijke, misschien wel of ficieele, aanwezigheid op hun feest te dulden.... Maar de meer eenvoudigen, die ieder z’n vrijheid lieten en zich om principieele kwesties den kop niet gek maakten, za-gen met belangstelling wat er gebeuren ging en voelden het in ieder geval als een eer en een plechtigheid, dat dit be-zoek hun feest kwam wijden....
De Rabbijn.... Achter hem aan, dun en lang en ernstig en minzaam, traden drie heeren binnen, die bij hem schenen te behooren.
50