door lakeien bediend hoorde te worden.
— Gekheid, zei oom, ’t huis moet even-goed aan kant. Als ze daar komen, moet alles toch in orde zijn? Je weet niet wat ze van plan zijn....
Het was waar, de dag hing als een groot, geheimzinnig raadsel, over hen.... Je wist niet wat hij brengen zou, maar iets, iets goeds, verrassingen zou hij zeker brengen....
— Jitschok, help me m’n goeie japon eens aandoen, zei tante. Ik wil klaar zijn als de post komt.
Maar ja, ze hoefde daar op de post te wachten! Lang vóór de post was er al een telegram, en daarmee was de feest-dag al begonnen. Entoen:plomp,plomp, plomp, zeien de stukken, die de brieven-besteller in niet-eindigende opvolging door de gleuf liet vallen, en men had haast geen tijd om ze rustig te lezen, want waarachtig: daar werd al gebeld voor het eerste bloemstuk....!
23