ordelijkheid! Ze leefden met z’n tweeën in een knus, proper benedenhuisje aan een stille straat, en oom onderhield het voortuintje zelf. En zoowaar, daar had hij op zijn leeftijd nog een prijs gekregen van ״de commissie” voor ״het mooiste tuintje”. Was dat niet iets om eeuwig trotsch op te wezen? Het diploma hing in een lijst aan den wand....
Dien morgen stond oometje op, en be~ keek zijn vrouw, n Lief gezicht had zij, n héél lief gezicht. Gezegend was hij met haar geweest.
Zij deed haar oogen open en zag hem aan. Hij feliciteerde haar.
־׳ Hoe bèn je? zei hij.
— Hoe zal ik zijn? vroeg ze zenuwach-tig. ״Goed ben ik niet, zei ze. M’n borst.... m’n borst is niet goed....”
׳— Je borst is al zoo lang niet goed, zei oom....
׳- Nee maar, ik zeg het je: het is niet in
21