Jacob Hiegentlich

Titel
Jacob Hiegentlich

Auteur
Catharina Ypes

Jaar
1950

Pagina's
115



HERFST

Men neemt een café arrosé, hetgeen ook een prettige ontdekking is, en wandelt langs de Boulevard* Judy zou wel altoos door willen flaneren,deze heerlijk-zachte herfstavond in Parijs* Maar Lode wil niet te laat naar bed* Hij zegt: „Hotel”, maar Judy lacht een beetje nerveus, het zal er wel van komen* „Laten we ergens gaan waar muziek is of tenminste gezongen wordt

Uit een groot café klinkt muziek en Lode maakt zijn karakteristiek Brussels gebaar met zijn stok* Een grote menigte zit aan marmeren tafeltjes en lacht om wat een dame op een podium zingt* De nieuw aangekomenen begrijpen niet waarover het gaat* Ze lachen zonder veel begrip mee en wachten geduldig bij hun fine, die hun dadelijk geserveerd wordt* Het is een beetje ongastvrij, dat ze direct moeten betalen, maar er zal wel reden voor zijn* Lode mompelt, gecontrarieerd in zijn beurs zoekend: „Pas si vite, non de djale1*” Misschien geen klassiek Frans, maar een type als Lode leert overal spreekwijzen waar hij komt*

Nadat het toneeltje even leeg heeft gestaan, verschijnt op platvoeten een zonderlinge figuur, een dikke abbé, met een bijzonder kromme neus en een geweldig kruis om de hals* Vreemd, hoe zeer die Fransen allemaal op Joden lijken, is niet? Maar daar komt nog een confrère, al even semietisch van gelaatsexpressie, maar mager, met een nerveuze bril op de lange neus, en een stoppelige kin* Door het gelach kunnen ze niets anders horen dan de begroeting: „Hé, mon cher Pierre Moïse*”

1 „Nom de diable”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.