grijpelijke ernst van de toehoorders, maar Theo galmfluister-de de ganse volzin na* Met geweld trachtte Alex zich nog te bedwingen, maar toen Theo weer fluistergilde:„Amalek over ons!” opende zich Alex’ mond en tot onuitsprekelijke consternatie der gelovigen klonk opeens door de stille sjoel1 9n scherpe kinderlach! De Raaf zweeg, blikte vertoornd op, sloot zijn boek met doffen klap* Zijn gezag was aangetast* Men schudde ’t hoofd, keek naar den kleinen onbeschaamde, men fluisterde: schande! en klakte afkeurend met de tong* „Jullie twee d*r uit!” dreigde de mooie, hoogpriesterlijke stem* Blozend, nagestaard door de gemeente, met den staart tussen de benen, gekrenkt in hun kleine zelfbewustzijn, wankelden de knaapjes weg* Op de binnenplaats echter lachten ze niet meer.
Uit: Schipbreuk te Luik.
1 Synagoge.