zich in de oorlogsweek van 1940 voltrok, is hiervan indertijd geen melding gemaakt door de couranten* C*L* Sciarone heeft echter in Den Gulden Winckel van Sept. 1940 een sympathiek in-memoriam doen verschijnen: ,Ter herinnering aan Jacob Hiegentlich Van Joodse zijde werd zijn heengaan herdacht in het Jaarverslag van het Bondsbestuur van den Nederlandschen Zionistenbond’ (Dec* 1940, p* 23)* Daar wordt hij geprezen om zijn pittige essays in De Joodsche Wachter; zijn literaire werk blijft onvermeld*
Zodra het Critisch Bulletin na de oorlog terugkeerde, gaf de redactie in Dec* 1945 het ,Herdenkingsnummer’ uit, waarin het , Onherstelbaar Verlies’ dat onze letterkunde door de oorlog heeft geleden, wordt overzien* M* Vasalis wijdt daarin een zeer beknopt artikel aan Hiegentlich* Bijzonderheden over zijn persoon blijken haar onbekend; zij draagt geen kennis van de politieke en Joodse kant van zijn persoonlijkheid* Daardoor ziet zij hem te eenzijdig als een stille figuur, schuw, passief, vreemd tegenover de wereld en het leven*
Meer gegevens en een goede karakteristiek vindt men in het voorwoord, dat Mej* Roelfien van Blokhuysen heeft toegevoegd aan de posthume uitgave van de roman ,Met de stroom mee’* Daar zij sinds 1927 door vriendschap met de schrijver was verbonden, hebben haar mededelingen over zijn persoon en zijn werk grote waarde*1
Siegfried van Praag schreef een herdenking in het Nieuw Israëlietisch Weekblad (11 Apr* 1947, p* 5)* Dit artikel bevat
1
Aan Mej. van Blokhuysen dank ik zeer veel inlichtingen op verschillend gebied, waarvoor ik haar gaarne, ook op deze plaats, mijn hartelijke dank betuig.