Tussen Waagen Weesperplein 9
van Meyer Sluyser zo belangrijk. Ze hebben Amsterdam iets teruggegeven wat zonder Sluysers inspannen voorgoed verloren dreigde te gaan: straten en huizen die onder de sloophamer kwamen en de herinnering aan de mensen die er hebben geleefd, gesappeld en gewerkt. 'De verhalen die Sluyser vertelt,' schreef publiciste Henriëtte Boas in 1963 in een recensie van de bundel Er groeit gras in de Weesperstraat zijn 'zelfs fotografisch waar; het is werkelijk "precies" zo geweest'.
Zij twijfelde dus niet aan Sluysers geheugen, maar wel aan zijn historisch inzicht. Volgens haar belichtte Sluyser slechts een bepaald aspect van een bepaalde periode uit de geschiedenis van het vooroorlogse Amsterdam - zijn eigen kinderjaren aan het begin van de twintigste eeuw -zonder oog te hebben voor de grote veranderingen in de jaren twintig en dertig waarin het overgrote deel van de bewoners van de traditionele jodenbuurt al naar andere wijken was vertrokken. Dat laatste is niet helemaal waar. Het slotverhaal van deze bundel bijvoorbeeld, 'De greep van het getto', is gewijd aan een jong joods echtpaar dat zich in de jaren dertig aan de jodenbuurt wil ontworstelen en zich vestigt in een nieuwe tuinstad. Maar Boas heeft in zoverre gelijk dat Sluyser zich voornamelijk ten doel heeft gesteld de oude jodenbuurt te beschrijven, die hij inderdaad langer laat voortbestaan dan in werkelijkheid het geval is geweest. Dat doet echter niets af aan zijn grandioze beschrijving van het joodse leven in Amsterdam. In de verhalen die in deze bundel bijeen zijn gebracht komen talrijke aspecten van dat joodse leven naar voren: hoe er gekookt, gegeten, gewerkt en uitgegaan werd, hoe de sabbat werd gevierd. Hij vertelt over de invloed van Henri Polaks Diamantbewerkers-bond (de andb) en de sdap, over stakende textielarbeidsters onder leiding van de naaister Alida de Jong, over de theaters die populair waren en niet te vergeten over het Jiddisch dat voor altijd zijn stempel heeft gedrukt op het Amsterdams. Sommige woorden zijn zo bekend geworden dat we niet eens meer weten dat ze uit het Jiddisch stammen, van andere is waarschijnlijk iedereen de betekenis vergeten. Zo vertelt Sluyser in het verhaal 'Tsip-Tsop' dat de bewoners van de joodse buurt zichzelf Mexicanen noemden, afkomstig van de uitdrukking Mag-sie-kaaner oftewel: niemand houdt van ze.
Ja, de Tip Top, bijgenaamd Tsip-Tsop, het theater van Jopie Kroonenberg aan de Jodenbreestraat 25. Dit voor deze bundel herdrukte verhaal, oorspronkelijk uit Er groeit gras in de Weesperstraat, behoort tot de ontroerendste die Meyer Sluyser heeft geschreven. De Tip Top