10 Gis teren komt nooit weerom...
was het uitgaanscentrum van de jodenbuurt, de 'kersause mangelen (verbastering van Curacpaose amandelen, waarmee pinda's werden bedoeld) -bioscoop', waar in de voorprogramma's alle bekende joodse artiesten optraden en waarvan de vloer na elke voorstelling bezaaid lag met pindadoppen. Na de oorlog kwam er een man die Auschwitz had overleefd naar Mokum terug. Voor de ruïne van het Tip Top Theater, dat in de hongerwinter werd gesloopt, bleef hij staan. Hij huilde zonder tranen. Toen nam hij eerbiedig een stuk steen van de puinhoop. Die man was Bob Scholte, een populaire radiozanger die zijn carrière in de Tip Top was begonnen. De steen heeft, aldus Meyer Sluyser, altijd een ereplaats in Scholtes huiskamer gehad.
Wat deTipTop voor het uitgaanslevenbetekende, was MaisonWater-loo voor het politieke leven iri de jodenbuurt. Meyer Sluyser wijdde aan dit gebouw en de activiteiten die er plaatsvonden zijn verhaal 'Lord Drol', dat terecht een plaats in deze bundel heeft gekregen. Het begint zo: 'Er is één lege plek in de vale huizenrij van het Waterlooplein. Als ik daar langsloop, grijpt het heimwee me in de lurven.' Hij doelde op Mais-on Waterloo, gelegenheid voor vergaderingen, bruiloften en partijen. Het pand werd ook wel De Hereeniging genoemd, of De Slag bij Waterloo, wegens de heftige politieke conflicten die er avond aan avond werden uitgevochten. De socialistische jeugdorganisatie waarvan Sluyser lid was nodige er sprekers uit als Henk Sneevliet, Jan van den Tempel, Henriette Roland Holst, Henri Polak en Willem Drees, maar bovenal de afgod van de joods-socialistische jeugd, Sam de Wolff. Meyer Sluyser is zijn hele leven hartstochtelijk propagandist van de sdap en de PvdA geweest en het was de zionistische marxist Sam de Wolff die hem hiertoe opleidde. In 'Lord Drol' heeft Meyer Sluyser een schitterend monument opgericht voor deze 'socialistische opperrabbijn': 'Sam is onze afgod; hij verdient onze devotie ten volle. Karl Marx heeft de Berg Sinaï der Wetenschap beklommen en ook hij heeft ontdekt, dat het op de toppen eenzaam winkelen is. Maar eenmaal boven heeft Karl de nieuwe leer ontvangen. Die heeft hij aan het wereldproletariaat doorgegeven. En van die leer is Sam de boodschappenjongen.'
De verhalenbundels van Meyer Sluyser over de oude Amsterdamse jodenbuurt met nostalgische titels als Voordat ik het vergeet, Als de dag van gisteren..., Hun lach klinkt van zover. ..,Er groeit gras in de Weesper-straat en Amsterdam je hebt een zoute smaak, zijn al jarenlang alleen nog maar antiquarisch verkrijgbaar. Zijn werk en daarmee de herinnering