20 Gis teren komt nooit weerom...
Politiek wordt in de Weesperstraat zeer heftig bedreven in de barbierszaak van Staal, het stoepje op. De ouwe Staal is een overtuigd lid van de s da p. Hij is zozeer gegrepen door het ideaal van Pieter Jelles en Henri Polak, dat hij andersdenkenden moeilijk kan waarderen. Wie geen lid is van de sdap wordt in zijn zaak niet geschoren, al liep hij met een baard als Ome Jan. Aan vijanden van zijn klasse wil hij geen cent verdienen. De gesprekken in de scheerwinkel lijken erg veel op de geanimeerde discussies van een partijcongres en ze zijn even eenzijdig.
In de Weesperstraat en in de Lepelbak (Lepelstraat) is de lommerd. De Bank van Lening is in de eerste plaats vergaarbak van de armoede. Als er werkelijk geen uitzicht meer is op een cent verdienste, niet in het vak, noch aan de Handelskade, of met een kar negotie, zeggen ze in de kleine kamertjes van de buurt tegen elkaar:
'We moeten een pandje gaan maken.'
Maar al weet iedereen, dat de tijden slecht zijn voor iedereen, niemand loopt met zijn armoe te koop. Armoe is geen schande, maar een kowed is het ook niet.
Wie een pandje gaat maken wacht tot de duisternis invalt. Het linnengoed, dat weggebracht zal worden, wordt in een bundeltje gerold. Daar gaat een wollen omslagdoek omheen, die listig met spelden en tierelantijntjes zo wordt opgerold, dat in de duisternis iedereen, die van goeden wille is, het bundeltje voor een zuigeling aanziet. Met dat schijnkind op de arm rept vader zich dan langs de stille kant van de Amstel naar de lommerd.
Maar de Bank van Lening is ook centrum van handel. Wie van een kennis een gouden ring heeft gekocht in de hoop dit spul spoedig met winst te kunnen verkopen, maar wie ontdekt, dat de begerigheid der kopers beneden zijn verwachting blijft - die gaat naar de lommerd. Hij brengt de ring weg, gebruikt de leensom voor een ander klein handeltje, en 'vernieuwt' trouw elke drie maanden het briefje. Dat wil zeggen, hij betaalt elk kwartaal de paar centen rente. De ring blijft daar bewaard totdat de rijden voor verkoop gunstiger zijn. Natuurlijk wil het vaak genoeg gebeuren, dat de geleende som wordt uitgegeven en de rente niet kan worden betaald. Dan gaat de ring in de veiling.
Op de kijkdagen verdringen de mensen zich bij de vitrines. Koopjes halen. Maar niet alleen de begeerte naar een voordelige transactie drijft de klanten naar de veiling. Ook arme mensen, die trouwen, willen dat doen met een gouden trouwring om de vinger. In de winkel van Spannet