Straten 17
zingt er liedjes bij een gitaar. Isidoor Zwaaf, die geniale sjalksnar provoceert lachkrampen, Michel Swaab en Beppie Mouton (Beppie Schaap) treden er op. Stella Fontaine (Saartje Kanes) geeft er gastvoorstellingen. Louis, Heintje, Henriëtte en Hakkie Davids en Wijntje Poons treden er voor het voetlicht. Malowitz, Meyer Blitz, de telepaat en Iessie Romeijn, de hypnotiseur, noem maar op, alles wat een Jiddische naam heeft in de wereld van de kunst, komt vroeg of laat naar de Tip Top.
De artiesten zeggen:
'Zulk dankbaar publiek, dat vind je nergens, in de hele wereld niet.'
De middagvoorstellingen in de Tip Top zijn meer bestemd voor de huismoeders in de buurt. Als de gezegende kinderen na het middageten weer naar school zijn, zeggen de buurvrouwen tegen elkaar:
'Kom, ik ga een paar uurtjes naar deTipTop. 'n Mens moet toch afleiding hebben.'
Er wordt geroddeld, dat de huismoeders de emmers met water meenemen naar de bioscoop om tijdens de film de aardappelen voor het avondeten te schillen. Maar wie kan piepers jassen met het licht uit? Er wordt ook beweerd, dat deTipTop de kersause mangelenbioscoop is en dat na de voorstellingen de vloer bezaaid is met lege pindadoppen. Maar laten ze eerst eens gaan vragen aan Jac. Veerman, de directeur van de Cinema Royal op de Nieuwendijk, wat hij na elke voorstelling op de vloer vindt, voordat ze het theater van ome Jopie in opspraak brengen.
Alles laster. Maar wél is waar, dat de Jiddische mama's tijdens de voorstelling het directe contact met hun gezin nooit verliezen. De brede deuren, die nooduitgang geven naar de zijkant van de steeg, zijn zeer gehorig. De moeders zitten in de zaal, de kinderen spelen in de steeg. Klinkt van buiten naar binnen, door de deuren heen: 'Moeder... moeder, magge'me naar ome Izak, we zijn om vijf uur weer thuis.'
Roept moeder van binnen naar buiten door de deuren heen: 'Ga maar, maar op tijd terug weze' hoor je.'
Ze kwamen altijd op tijd terug, de gebensjte kinderen. God bewaart, dat een kind niet op tijd thuis is. Dan spreidt de bezorgde angst zich uit over alle gezinnen in de hele buurt.
Totdat op die vloekwaardige dag de kinderen weg moesten, mee naar de Polderweg en vandaar naar de gaskamers in Polen. De straten waren afgezet. De razzia raasde door de buurt. Bij de ingang van de Weesperstraat stond op een bord, dat de toegang voor niet-joden verboden was.