Straten 15
erwten en foelie, en daarna braden ze de gans met veel vet en foelie en een snufje saffraan.
In de slagerswinkels schillen de knechts peuterig de vliezen van de biefstukken. Van biefstukken trekt een goede huismoeder lekkerder bouillon dan van mergpijpen.
Arme mensen kopen kopvlees, dat zoeter van smaak en weker van substantie is, maar met een uitje en een lepeltje suiker gebraden, smaakt het beter dan het fijnste en duurste vlees van Van Rijn uit de hal in de Amstelstraat.
Vele slagers hebben achter hun huis een schuurtje, waar ze het gedraaide niervet uitsmelten. Als de moeders met kinderen voor de toonbank staan, krijgen de kleintjes een handje warme 'grieben' (kaantjes) of een homp worst, waar vierkante stukjes vet inzitten, die een prikkelende pimentsmaak hebben.
In de taartjeswinkel van Snatager is in de ene hoek de 'Afdeling Bolussen' gevestigd. Er zijn twee soorten bolussen, gember en orgeade bolussen. Elke bolus wordt apart in een ijzeren vormpje gebakken. Komt een klant voor een 'bole' dan zet juffrouw Snatager elk vormpje even boven een gasvlam. De boter wordt week en het gebak valt uit de vorm in de doos. Bolussen moeten warm worden gegeten, zeggen de kenners. In de rekken staan ontelbare aantallen kleine taartjes. Elk taartje is een bakje van deeg, waarin een overzoete massa van geslagen ei met boter is gekwakt; het laagje geglaceerde suiker, dat de weke tere massa afsluit, is in vier puntjes omhoog getrokken, net tere vrouwenborstjes. Telefoontjes heten die gebakjes. Snatager verkoopt ook sacheetjes, amandelgebakjes met een krokante buitenlaag en een zachte vulling van spijs. De klanten kopen weinig boterkoek. Die bakken ze zelf volgens een recept, dat van moeder op dochter wordt doorgegeven.
Als het najaar komt staan op de hoeken van de straten de struise vrouwen uit de Jordaan met verse noten. De noten zitten nog in de groene omhulling, waarin ze zijn gegroeid. Wie zeker wil zijn dat hij verse noten koopt en geen natgemaakte oude vruchten, blijft geduldig wachten tot de vrouwen met hun zwartgeworden vingers de harde groene schillen apart hebben gedaan.
Meneer Mouwes staat voor zijn winkel de scherpe mierikwortels te raspen, de hele lange dag door. Naast-an staat Breinie met een klein vuurpotje. Zij verkoopt gekookte kastanjes ('kersjtenge'). Elke kastanje wordt eerst met een kruissnede opengemaakt, dan gaat de kastanje in