verkoopt, af en toe, snert per kop of hete chocola, maar zoger is het meest gevraagd. Het voornaamste bestanddeel van zoger is heet water. Zegt Moos in een vertrouwelijke bui tegen zijn klanten:
'Als jullie ooit van jullie leven nog eens in zaken gaat en je wil gauw rijk worden, moet je een artikel gaan maken, waar veel water in zit.'
In dat hete vocht drijven zoger-erwten. Grote gele kogels, die, ondanks uren koken steenhard blijven en zich toch lekker knappend laten doorbijten. Ze hebben een pittig smaakje. Ze zijn voedzaam en warm. Verder verkoopt Moos hete eieren, die hij handig schilt met de achterkant van een lepeltje. En dan herbergt het eetwarenhuis van Moos de afdeling snoeperijtjes. Geen zoetgoed, stel je voor! Zout of zuur, dat is immers zijn specialiteit. Moos verkoopt gekookte lever en gekookt koeienhart. Dat wil zeggen, eigenlijk is de lever niet gekookt en de koeienharten zijn het evenmin. Ze zijn geroosterd. Waarom? Ook de vroomste mensen moeten bij zijn kraam terecht kunnen en orthodoxe Joden mogen de bloedrijke organen immers niet gekookt eten. De gaande en komende klanten weten niet, dat ze geen gekookte, maar geroosterde vleeswaren eten. De smaakpapillen der Amsterdammers proeven echter wel degelijk onderscheid.
'Moos, geef mij een halfie gekookte lever en voor een halfie gekookt hart.'
'Moos, waarom smaakt de lever en hart bij de Joden lekkerder dan ergens anders ?' Zegt Moos: 'Daarom!'
Vraagt de ene buurtgenoot aan de andere:
68