zijn ook nieuw overtrokken. Ze verwachten dus een gast op wie ze indruk willen maken. De familie Peper spreekt altijd over een neef, die goed in de verdienste zit en die ongetrouwd is. Izak de Brave. U kunt dus niemand anders zijn dan die Izak de Brave en mag ik de eerste zijn, die U feliciteert met Uw voorgenomen huwelijk, mazzeltof.' 'Dank U,' zegt de reiziger.
Zit een man met zijn zoon in de trein van den Haag naar Amsterdam. Vraagt een reiziger: 'Kunt U mij zeggen hoe laat het is ?' Zegt de man:
'Ik heb geen horloge bij me.' Zegt de zoon later:
'Vader, waarom hebt U gezegd, dat U geen horloge bij U hebt. U hebt toch wél een horloge.' Zegt de vader:
'Nou moet je goed luisteren, want daar kun je wat van leren. Als ik die man had gezegd: het is kwart voor vieren, was hij verder met me gaan spreken. Waren wij in Amsterdam aangekomen, had hij gezegd: waar moet U naar toe? Had ik gezegd: Naar Zuid. Had hij weer gezegd: Gijn, ik moet ook naar Zuid. Ik rij met U mee, in dezelfde tram. Had ik niet anders kunnen doen dan hem een avond op de thee te vragen. Had hij je zuster ontmoet en was hij meteen verliefd op haar geworden. En ik wil geen man als schoonzoon, die niet eens zelf een horloge heeft.'
De grapjes, die ze elkander vertellen zijn veelal: praatver halen. Anecdotes met weinig of in het geheel geen actie, uitmuntend
20