Land van de toekomst

Titel
Land van de toekomst

Jaar
1951

Druk
1951

Overig
1ed 1951

Pagina's
109



Want, in een goed geregelde maatschappij kan de verhoogde rentabiliteit van de bedrijven in het particuliere gedeelte, aan de gehele gemeenschap ten goede komen.

Dat betekent dus het eerste stuk van het Beginselprogram, dat wij aanhaalden. En nu het volgende.

Tegen de euvelen.

In dat volgende gedeelte van het Beginselprogram staat (men herinnert het zich), dat de Partij van de Arbeid voor het overige door beperking der beschikkingsmacht de euvelen van het particuliere bezit wil opheffen.

Wanneer woorden nog hun betekenis hebben behouden, dan betekent ״opheffing van de euvelen van het particulier bezit" toch heel iets anders dan vernietiging van het private eigendom.

Opheffing van de euvelen van het particulier bezit, is een der vormen, waarin zich een anti-kapitalistische gezindheid uit.

Deze afkeer van het kapitalisme is geenszins tot de democratische socialisten beperkt.

In het Protestants Christelijke Volksdeel, onze tegenwoordige anti-revolutionnairen niet uitgezonderd, leeft bij traditie sterke tegenzin tegen misbruik van het particuliere eigendom, en tegen de euvelen, die uit dit misbruik voortspruiten.

In ״de sociale denkbeelden van dr A. Kuijper" door C. Smeenk, leest men op blz. 24: ״Kuijper pleitte... ook voor beperking voor zover noodzakelijk van het particuliere beschikkingsrecht over de stoffelijke goederen."

En op 30 Juni 1948, toen Prof. dr P. Westra deze uiting van de heer C. Smeenk in een artikel in ״Het Vrije Volk" aanhaalde, schreef hij erbij:

״Uit dit citaat') ziet men, dat Kuijper, wat aantasting van het beschikkingsrecht betreft, aardig overeenstemde met dat wat de socialist wil. Wie weet of de A.R. partij, als ze deze idee van Kuijper verder ontwikkeld had, ook niet tot de erkenning van de noodzakelijkheid van socialisatie der voornaamste productiemiddelen gekomen was."

Ook in kringen van Rooms-Katholieken heeft men zich bezig gehouden (en houdt men zich bezig) met de vraag hoe het evenwicht tot stand te brengén tussen het gebruik van de eigendom en het algemene belang. Er zijn, voor een bezinning op dit belangrijke vraagstuk, vele boeken aan dit onderwerp gewijd. Het valt uiteraard buiten het bestek van ons boekje een enigszins verantwoord overzicht te geven van beschouwingen, die van gezaghebbende katholieke zijde aan deze problemen zijn gewijd.

Maar wij menen, niet als poging tot een zodanig overzicht, doch slechts als vluchtige aanduiding van wat ten aanzien van dit onderwerp in die kringen wordt gedacht, hier te mogen volstaan met een aanhaling uit ״De sociale boodschap der pauselijke encyclieken" door Mr Th. J. A. M. van Lier (blz. 121), luidende:

״Er bestonden onder de katholieke sociologen reeds geruime tijd meningsverschillen over de vraae, hoever de plichten van de eigenaars t.a.v. het behoorlijk gebruik van de eigendom eigenlijk gaan. Som!) Citaat == aanhaling.

36

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.