Land van de toekomst

Titel
Land van de toekomst

Jaar
1951

Druk
1951

Overig
1ed 1951

Pagina's
109



En toch ... de kwestie van alles gelijkelijk te willen verdelen, ging iets dieper dan vaak werd verondersteld.

Om dat uit te leggen moeten we enkele, beknopte, beschouwingen wijden aan wat men met een geleerde term noemt: de bezitsverhoudingen.

Hoe is het verdeeld?

We vertellen een waarheid zo groot als een hele veestapel, wanneer we nu gaan neerschrijven: niet iedereen in Nederland bezit evenveel.'

Maar hoe zijn de vermogens in ons land verdeeld?

Precies, tot in onderdelen precies, weet niemand dat.

Het is niet zo gemakkelijk daarachter te komen.

Die onwetendheid geldt niet alleen voor Nederland, maar voor vrijwel alle andere landen.

Natuurlijk, door een grondige bestudering van de belastingopbrengst, en hoe die tot stand komt, kan men er wel enige indruk van krijgen.

Maar een precies beeld? Neen!

Toch weten we er wel vrij veel van.

Omstreeks het jaar 1930 hadden van elke honderd Nederlandse gezinnen niet meer dan ruim zeven (7,5%) de beschikking over een vermogen groter dan zestien duizend guldens.

Dat wil dus zeggen: meer dan twee en negentig van elke honderd Nederlandse huishoudingen, beschikte óf over helemaal geen vermogen, óf over een vermogen kleiner dan zestienduizend guldens.

Dat was ruim twintig jaar geleden. Vermoedelijk (precies kan niemand dat weten) is er sindsdien door allerlei omstandigheden (bijvoorbeeld door de oorlog) enige wijziging in dat beeld gekomen, maar belangrijk kan die verandering niet geweest zijn.

In 1942 werden van elke honderd Nederlandse aangeslagenen in de vermogensbelasting, vier aangeslagenen tezamen in het bezit bevonden van meer dan 40% van het totale belaste Nederlandse vermogen.

Dat wil vereenvoudigd dus zeggen:

als honderd Nederlanders tezamen honderd gulden aan belastbaar vermogen bezaten, hadden vier daarvan tezamen veertig gulden, en de overige 96 hadden samen zestig gulden.

Nu zijn deze cijfers zeer treffend, maar ze geven toch nog niet het volkomen beeld.

Immers, wanneer we spraken van ״belastbaar vermogen" bedoelen we alleen de mensen, die vallen onder de belastingplichtigen voor de vermogensbelasting.

Dan vallen dus alle Nederlanders daarbuiten, die niet in de vermogensbelasting zijn aangeslagen.

Maar we moeten kijken naar de hele bevolking en niet alleen naar hen, die in de vermogensbelasting vallen.

Wat zien we dan?

Nog niet één procent van de gezinshoofden was in het bezit van meer dan de helft van het belastbaar persoonlijk vermogen.

De helft van alle persoonlijke vermogens in Nederland bij elkaar in het bezit van slechts een tweehonderdste deel der volwassen Nederlanders. Op elke 200 Nederlanders bezit eentje de helft van wat 200 bij elkaar bezitten.

28

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.