Het geïndustrialiseerde Westen staat daardoor voor een uiterst belangrijke keus. Deze keus:
de lonen omlaag, of de sociale voorzieningen moeten worden beperkt, totdat het evenwicht weer hersteld is.
Er is nog een andere mogelijkheid om het evenwicht te herstellen.
Dat is: de voortbrenging van het Westen wordt zodanig vernieuwd en verbeterd, de industrialisatie 1) wordt zodanig opgevoerd en de samenwerking tussen de landen van het Westen wordt zó innig, dat de industrie meer gaat voortbrengen. Dan kan men méér uitvoeren.
Dan behoeven de lonen niet omlaag.
Dan kunnen de sociale voorzieningen gehandhaafd blijven.
Als de landen van West-Europa hun huishoudinkjes samenvoegen en zich op economisch gebied gedragen, als waren zij één grote huishouding, kan West-Europa de stijging der prijzen der grondstoffen en voedingsmiddelen op de wereldmarkt opvangen.
Dat is dus een van de drijfveren naar een Verenigd Europa.
Maar het is ook een drijfveer naar een socialistische Planpolitiek.
Want men kan verspilling het beste tegengaan, wanneer men vooraf in het groot beraamt, hoe en met wie en wat men zal gaan voortbrengen.
De toekomst van een Verenigd Europa is een Verenigd Europa onder socialistische leiding.
De gedachte van een internationale socialistische Planpolitiek die reeds voor de Tweede Wereldoorlog krachtig leefde, krijgt door deze ontwikkeling nieuwe prikkels tot bloei.
Groter productiviteit 2.
In en door twee wereldoorlogen is het beeld van de productie totaal
veranderd.
Om de oorlogsproductie voor militaire doeleinden te kunnen bijhouden, werden nieuwe machines uitgevonden, nieuwe werkmethoden uitgedacht.
In Amerika liep gedurende de oorlog bijvoorbeeld elke dag een zeeschip van stapel.
Zo ging het in vele andere bedrijven.
Snel. Sneller.
Meer productie. Steeds meer productie.
Nu is de Tweede Wereldoorlog ten einde.
Maar de enorm gegroeide mogelijkheden van voortbrenging zijn nog even groot.
Als men maar raak ging voortbrengen en de afname van het voortgebrachte aan het toeval overliet, zou de wereld spoedig weer in een crisis zitten.
Een crisis van overproductie, van teveel voortgebrachte goederen?
Neen, een crisis van onder consumptie! 3). Van te weinig gebruikte goederen, of: van een verkeerd gerichte voortbrenging.
Het grote vraagstuk van onze dagen is niet alleen hoe brengen we meer voort, maar mede: hoe richten wij ons naar de werkelijke behoeften?
Pas als men op verstandige wijze richting geeft aan de verdeling, blijft de wereld van een nieuwe crisis verschoond.
i) Industrialisatie = het oprichten of het uitbreiden van de bestaande indus-triën. 2) Productiviteit is afgeleid van product = voortbrengsel. 3) Consumptie — verbruik.
21