De grondgedachte van het kapitalisme was (zoals men het in het Frans deftig zei) laisser-faire, laisser-passer. (Laat maar gaan, laat maar lopen). Laat maar waaien. Alles komt terecht, en als het niet terecht komt, komt het juist daardoor terecht. Want wat zich niet overeind kan houden, moet maar wegzakken. In de wildernis komt immers ook alles terecht — door het recht van de sterkste.
Nu kwamen daar die zwakken en vertikten het ״weg te zakken".
Ze zochten (we zeiden het reeds) steun bij elkander.
Daardoor werden ze een bedreiging van de grondslag van het kapitalisme. Ze werden: gevaarlijk voor de openbare orde, de rust en de veiligheid van de staat. Van de puur-kapitalistische staat wel te verstaan.
Toen dan ook in het begin der jaren 1800 de arbeiders zich poogden te verenigen in een zeer onbeholpen begin van wat we tegenwoordig ״vakbeweging" zouden noemen, waren die arbeiders ״revolution-nair" 1).Ze werden vervolgd. In de gevangenis geworpen. Verbannen.
Zij legden zich immers niet neer bij de kapitalistische grondregel: ieder voor zichzelf. Zij hingen het beginsel aan: allen voor één, één voor allen.
De verdedigers van het kapitalisme meenden echter, dat de ondernemer slechts te maken moest hebben met de individuele 1) arbeider.
Dan en dan alleen, kon het samengaan van eigenbelangen ontstaan, welke de wereld vooruit zou brengen.
De theorie van het kapitalisme liep dus al dadelijk averij op, omdat de zwakken niet wilden wachten totdat de liefdadigheid zich over hen zou ontfermen.
En doordat ze niet wilden wachten, verwierpen ze de theorie van het kapitalisme in beginsel van meet af aan.
Met andere woorden: toen de eerste vereniging van werknemers werd opgericht —■ meer dan honderd jaar geleden — toen begon het kapitalisme reeds te veranderen.
Want een vereniging tot behartiging van gemeenschappelijke belangen behoort in beginsel tot een andere maatschappij vorm dan het kapitalisme.
Die verandering is steeds verder doorgegaan.
Naarmate het begin van het kapitalisme verder weg kwam te liggen, kwam een andere maatschappij dichter bij. De ״volgende" maatschappij.
De maatschappij, waarin het gemeenschappelijk belang van allen voor de orde en regel in de samenleving zou moeten zorgen.
Dorst naar gerechtigheid.
Van de eerste dag af, dat het kapitalisme bestond, was dus in het kapitalisme de kiem voor de ״volgende" maatschappijvorm reeds aanwezig.
Het kapitalisme leerde: ieder voor zichzelf.
De regel, die daartegenover stond, luidde: één voor allen, allen voor één.
Dat is een diepe tegenstelling.
Zij heeft veel meer diepgang dan het verschil tussen twee inzichten omtrent de maatschappij.
13
1 is afgeleid van individu = persoon.