ren. En stel je voor, Tony Toeroen moest die brief hoogst eigenhandig persoonlijk nog in de brievenbus van Angelo stoppen ook. De trommels van de Soho-wildernis hebben het nieuws natuurlijk meteen doorgeseind: de lange slungel, die vanmorgen zo verdacht bij het winkeltje scharrelde, is later een brief komen brengen. Hoeveel brieven heeft Angelo die dag ontvangen? Niet veel, waarschijnlijk één brief en niet meer. Een brief bestemd voor Freddie Marshall van de Hi-men penetrators, die vlak in de buurt in levende lijve zijn te vinden.
Nu ik al deze dingen op een vergiet heb uitgelegd, zie ik de slome Angelo opeens in een ander licht. De vent heeft de brief eerst aan alle kanten besnuffeld. Wedden, dat hij de envelop heeft open gestoomd. Ben Pollock stond er onder, en een adres. Angelo helemaal niet achterlijk heeft er een paar pennies aan gewaagd en is met de bus dat adres gaan opzoeken. Hier is geen Ben Pollock bekend. Alsjeblieft, heeft hij gedacht, die lange vent is niet te vertrouwen. Sein aan alle posten: weest op Uw hoede, zware storm op komst.
Vervolgens heeft Angelo gedaan wat elke boekhandelaar doet die voor een goede klant een belangrijke brief ontvangt. Hij is 's avonds in de richting van the Dive gezwalkt. Licht, dat Freddie Marshall een plukje marijuana over heeft voor een vlijtige brievenbesteller.
Angelo komt de kelder binnen en wie steekt met zijn lange lichaam boven de rook van de vergif stokken uit? Wie anders dan Tony Toeroen, die op zijn sokken een meter vijf en tachtig meet. Er is nog één plaats vrij aan myn tafeltje, Angelo komt bij me zitten en we kletsen wat.
96