over koetjes en kalfjes. Plotseling zegt Mr. Smith:
״Hoeveel heb je?"
Achteloos zeg ik:
״Ik had een koffer met tien kilo hennep en een kilo sneeuw. Die ben ik kwijt. Ik heb nog één klein pakje, hoogstens een kilo bij elkaar. Er zit ook heroïne in."
״Aan wie heb je de koffer met spul verkocht?"
״Ik ken geen namen. Ik ken niemand. Ik heb een mannetje, dat tussenpersoon speelt. Die krijgt 5 procent."
״Waar heb je het koffertje moeten afleveren?"
״Nergens. Ik heb het in depot gegeven aan Padding-ton Station en het tussenmannetje heeft een regu gekregen. Later kwam hij het geld brengen."
De vent vraagt me teveel, vind ik. Om er een eind aan te maken, zeg ik:
״Interesse voor het kleine pakje?"
״Nee en ja. Dan zou ik het eerst moeten zien."
״Ik ga er niet mee leuren."
״Waar is het nu?"
״Aan boord."
Het dikkerdje zet zijn hoed af.
Een paar minuten later stappen twee stevige knapen het winkeltje binnen.
״Politie."
Ze laten hun penningen zien.
״Sta op en ga met ons mee."
Dat is tegen mij.
Angelo zit zenuwachtig te lachen.
Tussen de twee mannen loop ik gedwee mee naar het politiebureau. Het dikkerdje loopt met ons mee. Die
89