״Ik moet en ik zal er achter komen, wat dat voor een merk is!"
Die uitdrukking hoor ik vele malen per dag.
Op een dag (Grilly is weer eens naar de manicure) komt Molly bij me.
״Ik heb het", zegt ze lakoniek.
Wat heeft ze׳?
Een envelop. Een envelop van een brief van Marku, de geheimzinnige Marku.
Die heeft ze uit een prullemandje opgevist, waar het ding verfrommeld inlag. Ik schrijf het adres over. De envelop gaat weer in de prullemand.
Mr. Marku Fisher,
Angelo's Bookshop Brewerstreet, London.
״Het is een dek-adres", zeg ik. ״Het ware adres van die Marku is heel anders. Ik denk, dat hij af en toe eens in die boekwinkel komt horen of er post voor hem is. Brewerstreet, dat is Soho.... ook een frisse wijk."
״Het is in elk geval het begin van een draadje", zegt Molly.
Ze is nogal hoopvol gestemd, want ze heeft nog meer ontdekt.
In de kamer van Grilly hangt een schilderij. En achter dat schilderij is een muurkast. Geen brandkast of kluis. Niets geheimzinnigs. Een doodgewone muurkast met een heel ordinair slot. Alleen: wie niet weet, dat daar een kast is, zou nooit achter dat schilderij gaan zoeken.
״Die kast wil ik eens grondig bekijken", zegt ze.
Maar wanneer kan ze dat doen?
De kans komt, als Patchecki en Grilly samen een avond in Londen zullen uitgaan en pas diep in de nacht
48